Zondag 26 oktober 2025

Door: Joost Jansen o.praem.

Hij ging naar de kerk, gewoontegetrouw: een diep gelovige man. Een harde werker die in zijn vrije tijd bezig was met zijn geloof, er veel voor over had. Ook ging hij iedere week naar het leerhuis om de Bijbel naast de dagelijkse dag te leggen. Logisch dus dat we hem in de kerk tegenkomen. Hij kwam tegelijkertijd aan met iemand die met de bezetter heulde en voor hen belastingen hief. Je zag aan zijn tred dat hij aarzelend de kerk binnen ging. Zijn houding was eerder: mag ik hier wel komen? Wat zullen de mensen wel van mij vinden? Hij voelde zich niet happy, al langere tijd niet. Zijn hart begon verscheurd te raken. Zijn gang naar die kerk was eerder een wanhoopspoging, hij snakte naar wat helderheid. Kort gezegd: hij zat aan de grond. Terwijl hij die ander lange gebed vb vfcen hoorde opzeggen, had hij niet veel woorden. Hij was ook niet gewend om al die gebeden te gebruiken, kende ze ook niet meer. Hij kon alleen maar zeggen: ‘God, wees mij zondaar genadig.’ Het evangelie kan zomaar vandaag gebeuren.

Er zijn veel mensen die aan de grond zitten. Mensen die alles van het geloof afweten en ook veel gebeden kennen, zijn er minder. Maar waarom kiest Jezus duidelijk voor die afgedwaalde mens? Is die eerste dan niet in orde? Blijkbaar niet in zijn ogen. Waarom niet? ‘Hij bad bij zichzelf’, horen we. Ik heb het eens nagekeken in de grondtekst. Daar staat: hij bad naar zichzelf toe… Oef, dat verheldert de zaak wel. Die man staat eigenlijk een beetje te snoeven hoe goed hij is. Dat komen we vandaag ook bij wereldleiders tegen. Die farizeeër doet dit nog wel op een plek waar verondersteld wordt dat je je klein maakt voor God. Zo is in ieder geval mijn instelling en ik denk die van u ook. Zo’n tempel of deze abdijkerk nodigt toch uit om je te laten overweldigen door een aanwezigheid die de menselijke nabijheid overstijgt.

De tollenaar die zich helemaal liet bepalen door het geld, door het slijk der aarde, had het beter in de gaten. Het was voor hem al een grote stap om over de drempel te komen. Niet alleen de drempel van de Tempel is, maar ook die drempel in hem zelf. Voor hem geen bidden naar zichzelf toe, alleen een hartenkreet: ‘God, wees mij zondaar genadig.’ Je kunt alle bidden samenvatten in deze korte zin: je spreekt Hem, de Bekende Onbekende aan, je bekent je fouten, je kwetsbaarheid, en tenslotte vraag je om vergeving, om barmhartigheid, kortom, om liefde. Hoe eenvoudig!

Dan kan ik begrijpen dat Jezus van hem zegt dat hij gerechtvaardigd naar huis gaat. Jammer van die ander die toch zijn hele leven ogenschijnlijk zo goed zijn best heeft gedaan. De tollenaar heeft uiteindelijk de juiste move in zijn leven gemaakt. Wat krom was in zijn leven, is recht getrokken. De farizeeër vol van de Tora, Gods levensrichting, draait rond in zijn eigen kring, een soort geestelijk narcisme. Dat komt meer voor…

Ik weet niet hoe het verder is gegaan met die tollenaar. Uit vergelijkbare verhalen in de boodschap van Jezus horen we dat een mens die ten diepste verzoend is, zijn leven anders inricht. Gericht op de ander én dankend. Getuigend ook. Het getuigenis van iemand waarvan je merkt dat hij eerst aan de grond zat en later innerlijk bekeerd is, zo’n getuigenis is krachtig en aantrekkelijk.

Het uitdragen van een persoonlijk doorleefde, aantrekkelijke boodschap is ook de kern van de missionaris, van iedere gelovige, iedere gedoopte die hier, in onze omgeving en in de wijde wereld. de Blijde Boodschap uitdraagt. Want wie geraakt is, wil dit met anderen delen, zich voor andere kwetsbare mensen inzetten. Dit is het statement van iedere oktobermaand/missiemaand. Deze missionaire zending van onze katholieke kerk mogen wij in ons rijke westen ondersteunen, met ons gebed, met onze geldelijke gaven.

Het is niet een beroep op hoe goed we wel zijn, zoals die Farizeeër in het evangelie, maar de houding van de tollenaar die zich kwetsbaar voor God stelt en belijdt: ‘Heer, wees mij zondaar genadig’, mij en al die andere kwetsbare mensen in deze wereld.

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief