Zondag 1 augustus 2021, jaar B

Door: Joost Jansen o.praem.

“Zeg Joost, kun jij bewijzen dat God bestaat? Je bent nu al zolang beroeps-religieus, dan moet je het toch wel weten?” Boeiende vraag. U bent natuurlijk nieuwgierig hoe ik me hieruit red. Ik begin altijd met te zeggen dat ik God niet kan bewijzen, net zo min ik kan bewijzen dat mensen van mij houden en ik van hen. Uiteindelijk gaat het toch in ieders leven om relatie, om vriendschap! Ook met God? Ja, ook met God. Maar die kun je toch niet zien of lijfelijk tegenkomen? Wat voor tekenen zijn er nodig om in God te geloven, of in Jezus, of… De vragen die in dit stukje evangelie worden gesteld, zijn van alle tijden. We schuwen onzekerheid, we willen vastigheid, zekerheid.

De mensen uit het evangelie hebben meegemaakt dat er genoeg brood is voor vijfduizend  hongerende magen en dat er zelf nog brood overblijft. Dat hebben we vorige week zondag gehoord. Wie voelt zich niet hiertoe aangetrokken? Maar dan daarna… Het sprookje is snel voorbij als er ook iets terug wordt verlangd. Jezus vraagt die mensen (en ook ons): als je dan voldoende te eten hebt gekregen – om niet – werk dan eens voor een wereld waarin er genoeg brood is voor iedereen! Zet je eens in voor een groei in het vertrouwen dat wat je deelt zich vermenigvuldigt. Het vraagt dat je een beetje risico neemt, dat je financieel misschien een beetje in de min komt te staan. Jezus blijft namelijk niet staan bij het wonder, Hij heeft het over een teken. Een wonder verwijst naar zichzelf, een teken verwijst naar elders. Bij een wonder blijf je stilstaan, een teken krijg je onderweg.

Voor de gemeenschap van de Israëlieten die uit Egypte waren getrokken, uit het slavenhuis, is het geen makkie. Ze krijgen dan wel manna en kwartels, maar slechts wat ze per dag nodig hebben. Dat zijn voor hen tekenen, maar geen gemakkelijke tekenen. Dit gebeurt vandaag nog: mensen die de hele dag bezig zijn om ’s avonds niet met een lege maag naar bed te gaan. U hoeft hiervoor niet naar derdewereldlanden te gaan, hoewel het daar ernstiger is. Ook in Nederland  ken ik mensen die bijvoorbeeld een paar maanden alleen maar op pannenkoekenmeel leven omdat dat dit het goedkoopst is. Ieder extraatje wordt dan ervaren als een teken dat er een dag zal komen dat ze weer normaal te eten krijgen. Zo’n teken voedt hun vertrouwen. Ze zijn dan zelfs in staat om dat extraatje nog met een ander te delen. Dat is ontroerend om mee te maken. Die verhalen uit de Bijbel gebeuren vandaag.

Tekenen krijg je onderweg om je vertrouwen te voeden, om je geloof te sterken. Mocht u het nog niet weten: vertrouwen en geloven zijn synoniem. U zou ook eens moeten nagaan of er in uw bestaan tekenen zijn geweest die je vertrouwen hebben geschonken om verder te gaan, misschien wel om je te sterken in je wederzijdse trouw als partners: de geboorte van een kind, of eindelijk een baan waarin je jezelf helemaal kwijt kunt en waarin je ervaart dat het anderen goed doet (en ook jezelf). Dat zijn tekenen die bakens kunnen worden om op terug te vallen: weet je nog wel toen en toen, dat was goed, dat heeft ons een ‘boost’ gegeven.

Een echt teken dat je geloof sterkt, brengt altijd een innerlijke rust. Niet een passieve rust, maar een actieve rust. Een stevige basis van waaruit je er voor anderen kunt zijn. Ik geloof dat God hiermee vandoen heeft. De God in wie ik geloof, is me steeds vooruit opdat ik onderweg blijf, dus in beweging. Er valt nog zoveel te ontdekken. Wanneer Hij ons hier het brood laat breken en delen dan is dit om gevoed te worden, niet je buikje vol te eten, daarvoor is het te weinig. Wel om gevoed te worden met perspectief, met geloof, hoop en liefde. Dan gaat het niet meer om het bestaan van God te bewijzen, zulke vragen stel je dan niet meer. Aanvoelen dat de weg die je gaat goed is, geeft je energie. Energie vraagt altijd om een uitweg anders implodeer je, energie vraagt dus om gedeeld te worden. Dat kan gebeuren vanuit deze viering waarin we met elkaar tot bezinning zijn gebracht. Er is genoeg te doen in en rond deze abdijgemeenschap, in en rond onze parochies. Wat? Zet je hart, je ogen en oren open en ontdek de tekenen, de aanwijzingen. Ik geloof dat God ons dan leidt, naar mensen die onze aanwezigheid goed kunnen gebruiken. Ik geloof namelijk dat Hij daar met name aanwezig is.

Foto: Jasmijn Olk/Ted van Aanholt

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief