Zondag 17 oktober 2021, jaar B – viering ziekenzondag

Door: Abt Denis Hendrickx
‘Ieder mens is geroepen’ en Marcus 10, 35-45

Misschien lijkt het heel merkwaardig wat Jacobus en Johannes in het evangelie tegen Jezus zeggen, maar dat is het niet. Integendeel, het is heel goed herkenbaar, want die twee broers lijken wel onze evenbeelden. Immers, ze vragen niet iets aan Jezus, nee, ze willen dat Hij doet wat ze Hem vragen. Ze willen Jezus dus naar hun hand zetten, Hij moet doen wat zij zeggen. En dat is heel herkenbaar en ook heel menselijk, want iedereen wil het goed hebben in zijn leven, gezond en wel. En velen willen ook niet zo maar ergens bij zijn, maar ze willen dat er naar hen geluisterd wordt, dat de anderen dus doen wat zij zeggen. Dat kan in een gezin zijn, in een religieuze leefgemeenschap, in een familie, in een buurt, op het werk, in een vereniging.

En heel dikwijls moeten niet alleen mensen, maar ook God en zijn heiligen luisteren. Er wordt gebeden, kaarsjes worden gebrand, er wordt deelgenomen aan bedevaarten, en dat moet iets opbrengen. Er moet naar de vragen van de beden geluisterd worden. Gebeurt dat niet, dan groeit er vaak een diepe ontevredenheid. Ik vroeg de genezing van die of die, maar hij of zij stierf. Ik vroeg geluk op mijn werk, maar het werd niets. Ik bad voor een mooie toekomst voor mijn kinderen, maar ze brachten het nergens. Teleurgesteld wordt er dan afscheid genomen van God en zijn heiligen.

En dan de woorden van deze dag: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen’.

Niet heersen maar dienen is de kern van het christen-zijn, zegt Jezus. En ook God niet willen dwingen, niets van Hem eisen, maar zijn liefde uitdragen. Wat Jezus ons voorhoudt, telkens weer en ook vandaag, is er te zijn voor kwetsbare mensen. Hulp bieden, mensen verlossen uit hun nood, samen met hen zoeken naar wegen die ze kunnen gaan. Niet opleggen wat ze moeten doen, maar kijken luisteren en helpen. Gods liefde en goedheid onder de mensen brengen.

De twee met name genoemde leerlingen in het evangelie van vandaag willen bij wijze van spreken voor 10 eurocent op de eerste rij komen te zitten. De twee krijgen van Jezus niet de wind van voren. Jezus vraagt hun of ze wel beseffen dat het koninkrijk van God niet een kwestie is van prijs, maar van ‘gedoopt worden’ en ‘de beker drinken‘. En tegen de tien die zo verontwaardigd waren, zegt Hij dat in de maatschappij ‘de grote mannen’ heersen, maar dat de economie van het rijk van God erin bestaat dat de eersten de laatsten worden, en dat wie winnen wil, verliezen moet. Dat is de onvermijdelijke wet van het koninkrijk van God. Jezus bindt zijn vrienden de kunst van het verliezen op het hart. Daar moeten ze op koersen, om – pas achteraf – te ondervinden dat je daar rijper en rijker van wordt. En wat staat dat haaks op een wijze van denken en doen die altijd en overal winst wil maken en die daaraan alles, ook mensen, ondergeschikt maakt.

Ieder mens is geroepen, wordt uitgenodigd, zo hoorden we uit de woorden van de eerste lezing van deze dag. En we kennen dat oeroude gezegde: ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’, met andere woorden: overal zijn wel moeilijke situaties te vinden, maar niemand zoekt die. Maar men zegt ook wel eens: ieder krijgt kracht naar kruis, en dat wil toch zeggen mensen kunnen vaak veel meer dan dat ze zelf denken.

En die kracht naar kruis, waar komt die vandaan? Vaak van binnenuit, omdat men sterk van karakter is. Vaak van Boven, omdat men weet te bidden en daar kracht uit put. Heel vaak komt die kracht van mensen uit de naaste omgeving die hen helpen hun kruis te dragen en het zo lichter maken.

Uitgerekend vandaag nodigen de bisschoppen over heel de wereld hun geloofsgemeenschappen uit om zich te bezinnen op kerk-zijn in deze tijd. Het begrip communio / gemeenschap is daarbij een kernwoord. Geen mens is een eiland. Integendeel, God heeft ons als sociale wezens geschapen. Alleen in verbondenheid met de Heer en elkaar kunnen wij uitgroeien tot gelukkige mensen. Tegen die achtergrond is onderlinge solidariteit heel belangrijk. Zo kunnen we laten zien dat wij van Christus zijn. Onze Kerk vormt een gemeenschap van gemeenschappen. Als zij trouw is aan het onderwijs van Jezus vormt de Kerk een gemeenschap van geloof, hoop maar vooral ook van liefde.

Wij doen het samen. Wij volop in het leven en wij die wat meer aan de zijlijn staan, wij die nog veel kunnen doen en wij die nogal wat beperkingen hebben, wij doen het samen, we laten niemand aan zijn lot over, we doen het samen om samen ons leven zinvol en plezierig te maken.

We doen het samen, is een oproep om de handen in elkaar te slaan en samen aandacht en zorg te schenken aan allen die het op de een of andere manier moeilijk hebben. En… als iedereen meedoet, kunnen we samen heel veel bereiken.

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief