Bezinning ZA 01 Okt

De hoop levend houden

Wij leven in een tijd van grote vragen en uitdagingen. We worden op de proef gesteld. Allerlei oude zekerheden zijn gesneuveld en we weten niet wat de dag van morgen brengt. De situatie vraagt om hoopvol realisme. We mogen ons niet overgeven aan doemdenken dat alles vanaf nu alleen maar slechter kan worden. Zijn we in staat met geheven hoofd de toekomst tegemoet te zien? En geldt ook voor ons dat een samenleving zonder hoop als een hel is?

Door: abt Denis Hendrickx | Foto’s: Pixabay

Wat was blijkt er nog steeds te zijn
Ik mocht dit jaar mijn vakantie doorbrengen in Midden-Frankrijk, iets ten noorden van de stad Limoges. Niet ver van deze stad verwijderd ligt de plaats Oradour-sur-Glane, een martelaarsdorp dat sinds 1944 onveranderd is gebleven. Op 10 juni van dat jaar arriveert de troep van de Waffen-SS bij het dorp dat word ingesloten. De bevolking wordt bijeengebracht. De mannen worden gescheiden van de vrouwen en kinderen en worden geëxecuteerd in later gelokaliseerde ruimten. Er wordt in het wilde weg gedood op straat en in de huizen, zodat er geen getuigen meer zullen overblijven. Huizen worden geplunderd en in brand gestoken. Vrouwen en kinderen worden afgeslacht in de kerk, die ze later proberen op te blazen met explosieven. Vervolgens worden de lijken systematisch verbrand en in een massagraf gedumpt, zodat ze niet meer geïdentificeerd kunnen worden. Met het onherkenbaar maken van de doden en het toch duidelijk achterlaten van sporen van het bloedbad heeft de Waffen-SS bewust zijn terreur benadrukt. Het verwoeste dorp is als zodanig in tact gebleven en een blijvende herinnering geworden aan de waanzin van de Tweede Wereldoorlog.

Als je daar rondloopt – in het herdenkingscentrum met de permanente expositie en vooral in het verwoeste dorp – dan roept dat allerlei actuele beelden op van de oorlog in Oekraïne die ons al maanden overspoelen. Na 1945 werd in koor geroepen “Dat nooit meer!” Heel veel plaatsen in de wereld zijn echter niet ontkomen aan geweld en oorlogsterreur en Oekraïne heeft de harde werkelijkheid heel dichtbij gebracht. Dat ‘nooit meer’ is tot op de dag van vandaag nog helemaal geen werkelijkheid geworden.

Oorlogsgeweld nu
Sinds het begin van dit kalenderjaar woedt de waanzinnige oorlog in Oekraïne en iedereen beseft dat het einde ervan nog niet in zicht is; eerder het tegendeel. Het kan nog een lange uitputtingsslag worden. Naast de letterlijke strijd die op het slagveld wordt uitgevochten, worden ook andere – figuurlijke – wapens ingezet. Zo zijn er de economische sancties waarmee de EU Rusland wil treffen, maar omgekeerd speelt president Vladimir Poetin het hard door zelf de gaskraan naar Europa dicht te draaien en de graanexport vanuit Oekraïne te verhinderen. En het gevolg is een dreigende hongersnood voor miljoenen mensen, voornamelijk in Afrika en Azië. De markteffecten laten zich stevig voelen: de energieprijzen swingen de pan uit, voedsel wordt duurder en andere producten volgen, met een wereldwijde inflatie tot gevolg. Ieder van ons voelt het ondertussen in de portemonnee en dan moet de winter nog komen. Al is er het besef dat anderen er veel slechter aan toe zijn omdat ze onder de bombardementen leven, moeten vluchten of honger lijden, dan nog gaat niemand er graag op achteruit.

Wat voor toekomst wacht ons
We gaan een onzekere toekomst tegemoet en een collectieve verarming is niet te vermijden. We leven in een tijd van grote vragen en uitdagingen. Wat kunnen we in onze eigen directe omgeving – onze eigen kleine bubbel – doen om hoop te houden voor de toekomst en er een samenleving van te maken met plaats voor een ieder, ongeacht afkomst en status?

Gaan de zachte krachten het echt winnen? Of gaan we ten onder aan een door grootvervuilers verwoest klimaat, aan een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, en dat in een van de meest welvarende landen ter wereld? Hoe verdragen wij het dat duizenden mensen verdronken zijn omdat wij van de westerse beschaving onze grenzen sluiten? Hoe verdragen we het dat er tegenwoordig politici in de Tweede Kamer zitten die als belangrijkste doel hebben om één bevolkingsgroep het land uit te jagen? Hoelang laten we toe dat in de stikstofcrisis voortdurend met de vinger wordt gewezen in de richting van de agrarische sector, terwijl we het toch gemeenschappelijk zo ver hebben laten komen? En zouden we daar dan nu ook niet gemeenschappelijk de offers voor moeten brengen? Het is ingewikkeld en zeker niet eenvoudig om de balans op te maken in een tijd die zo grondig uit balans is.

Persoonlijk ervaar ik dat mijn stemming zich heen en weer beweegt en corona van de afgelopen jaren – en ook nu weer/nog steeds – heeft daar zeker ook nadrukkelijk aan bijgedragen. Ik voel de spanning van een pessimisme over hoe het met onze wereld gaat naar de euforie van ‘het komt goed’, de zachte krachten zullen winnen, wanneer ik me bevind tussen de mensen die nu – juist nu – in beweging komen.

Hoopvol uitzien
De vierde-eeuwse kerkvader Augustinus beschreef ons tijdsbesef als een drie-eenheid: ‘De tegenwoordige herinnering aan het verleden; de tegenwoordige aanschouwing van het tegenwoordige; de tegenwoordige verwachting van het toekomstige’. Het is boeiend te vernemen hoe in het verleden over tijd werd gedacht. Zijn we in staat de toekomst tegemoet te zien? We verwachten vaak veel van de toekomst, maar we hebben ook veel angsten en gevoelens. Mensen kijken totaal verschillend – ook op verschillende momenten in de tijd – naar de toekomst.

Het is een fascinerend idee dat terugkijken erg geaccepteerd is en dat we verhalen creëren over het verleden die erg worden doorvoeld, terwijl we natuurlijk ook verhalen creëren over de toekomst. We zijn op zoek naar handvatten voor de toekomst. En het bijzondere is en blijft dat die toekomst nog niet is gebeurd. De toekomst bestaat nog niet. Het punt is dat wat is geweest ook niet meer bestaat. De toekomst wordt gemaakt in elke dag die we leven.

Als ik terugdenk aan de activistische bewegingen van een aantal jaren geleden die mij inspireerden en waar ik stiekem naar verlang, dan denk ik bijvoorbeeld aan de antikernwapenbeweging. Ik zie grote mensenmassa’s, ik zie saamhorigheid, ik zie een eenduidig ideaal waar we samen voor streden en te hoop liepen. Vandaag de dag heb ik toch nog al eens het gevoel dat de saamhorigheid ver te zoeken is.

Een recent hooponderzoek leverde als resultaat op dat de Nederlander vrij hoopvol is wanneer het zijn of haar eigen leven betreft, maar niet als het gaat om de samenleving. Dat heeft alles te maken met het gegeven dat men geen vertrouwen meer heeft in de instituties. Het is dus bij uitstek een taak voor leiders om hier een verschil te maken; het welzijn van de samenleving staat op het spel. En laten we wel wezen: een samenleving zonder hoop is als een hel! Hopen doe je – zo komt het mij voor – altijd met opgestroopte mouwen; het is niet iets passiefs. Rondkijkend in onze hedendaagse samenleving komt het mij voor dat er in ieder geval twee grote vijanden van hoop zijn: cynisme en populisme. Cynisme breekt al het hoopvolle af en populisme misbruikt hoop, spant het voor zijn karretje, waardoor je met vlakke en valse hoop overblijft. Waar echte hoop ontbreekt, verwildert de samenleving.

Onze christelijke traditie
Hoopvol uitzien wordt ons vooral ook voorgehouden vanuit onze christelijke traditie. De bijbel – het boek van het Joodse volk en van de Jezusbeweging – biedt heel wat teksten waar hoop de centrale gedachte vormt. De profeet Jesaja laat ons bijvoorbeeld weten: ‘Wie uitziet en hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput’. Ook de profeet Jeremia spiegelt met hoop: ‘Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de Heer: ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk; Ik zal je een hoopvolle toekomst geven’.

In hoopvol uitzien, in het hoopvol inrichten van je leven ontdek je het soort leven waartoe Jezus mensen inspireert in onze chaotische wereld: een leven van vertrouwen, een leven waarin je je toelegt op liefde ondanks het feit dat je steeds weer faalt, een leven waarin je steeds weer verrast wordt door vernieuwing die je hoop geeft en waardoor je hoop gaat verspreiden. Met enkele woorden weten profeten van toen en nu ons moed en inspiratie te bieden, levenskracht om het vol te houden. Jesaja formuleert het aldus: ‘De geest van God, de Heer, rust op mij, want de Heer heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding’. Hoop maakt toekomst en hoop doet leven.

Denis Hendrickx o.praem. is abt van de Abdij van Berne

Bent u door het lezen van dit artikel, dat eerder werd geplaatst in BERNE (herfst 2022), geïnteresseerd geraakt in BERNE, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl. Of bij het secretariaat van de Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD in Heeswijk. Losse exemplaren vindt u ook in boek- en abdijwinkel van Berne Media/in de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther/Tilburg/priorij De Essenburgh/Sint-Catharinadal en in de verschillende parochies van de Norbertijnen.

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 reacties

  1. Dank voor dit artikel. Indrukwekkend!

    Het is goed deze gedachten tot ons te nemen.
    Het vraagt om geduldig lezen en herlezen.

    HOOP kan dingen veranderen, het is iets krachtigs. Laten we er ons door optillen, stimuleren om een verandering in gang te zetten. Beginnen in het klein?
    Want hoop is iets anders dan het ‘bijgeloof’ dat problemen zichzelf wel oplossen.
    Hoop is het geloof dat onze inzet verandering kan brengen.

    Voor echte verandering is ieders inzet nodig, als het gaat om het voortbestaan van de aarde en haar bewoners.

Anderen lezen ook

Bezinning
Onze toekomst: de bal ligt bij de mens
Lees verder DO 21 Dec
Inspiratie
Verslagen maar toch hoopvol naar morgen
Lees verder DO 30 Nov
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief