Essay DI 04 Okt

Naar een transformatieve dialoog over landbouw en stikstof

HEESWIJK DINTHER Abdij van Berne


Foto : PNB/Wim Hollemans

Foto is vrij van rechten en mag alleen redactioneel gebruikt worden in de context van het bijschrift en persbericht.

De afgelopen maanden hebben boeren in geheel Nederland keihard geprotesteerd tegen de stikstofplannen van de regering. Overleg met deze boeren heeft tot nu toe weinig opgeleverd. Is er een uitweg uit de stikstofcrisis? In samenwerking met het magazine Volzin gaat de Abdij van Berne de komende maanden op zoek naar antwoorden op deze vraag. In dit eerste artikel vertelt abt Denis Hendrickx over de bekende pater Van den Elsen en hoe deze en andere paters de abdijgemeenschap van Berne inspireren om – met anderen – concreet iets aan deze crisis te gaan doen.

Door: Denis Hendrickx o.praem.

Als je door de toegangspoort het terrein van de Abdij van Berne oprijdt, valt direct een levensgroot beeld op van Gerlacus van den Elsen. Dit is kort na zijn dood vervaardigd door Jozef Cantré en als hoeksteen aangebracht in de abdijkerk. In de pandgang van de abdij staat een borstbeeld van Gerlacus, in 1921 bij gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond vervaardigd door Eduard Deckers. Het zijn twee nadrukkelijke herinneringen aan deze norbertijn en boerenapostel die ons vandaag de dag ongetwijfeld kan inspireren om iets aan de stikstofcrisis (en wellicht andere crises) te doen.

Met het verleden de toekomst tegemoet 
Maar eerst iets over Norbertus. Vorig jaar was het precies 900 jaar geleden dat de in Gennep geboren Norbertus in de kerstnacht met enkele eerste volgelingen een nieuwe religieuze beweging stichtte: de norbertijnen of met de officiële naam: premonstratenzers, zo genoemd naar de stichtingsplaats Prémontré in Frankrijk. De spiritualiteit van deze religieuze beweging kenmerkt zich door ‘vita mixta’, actie en contemplatie, gemeenschapszin opbouwen (binnen en buiten kerkopbouw) en verdieping van het geloofsleven vanuit de eigen gemeenschap. In de afgelopen 900 jaar zijn duizenden norbertijnen in het spoor van Norbertus getreden. Het is goed om bij een negende eeuwfeest stil te staan. Niet alleen om terug te kijken, maar ook en vooral om te laten zien dat de zeggingskracht van zo’n lange traditie ook in deze tijd groot is.   

Als we kijken naar de ontwikkelingen van deze tijd dan willen we niet verzanden in pessimisme. Als norbertijnen willen we proberen in te spelen – hoe bescheiden misschien dan ook – op vraagstukken die mensen aan het hart gaan. Hierbij gaat het ons om een weg van hoop en dat is meer dan optimisme. Hoop is een deugd die je aanzet om hart en handen in dienst te stellen van mensen en van een gezondere samenleving. Onze grondlegger Norbertus deinsde er niet voor terug om grote en complexe vraagstukken aan te pakken. Het jubileumjaar vormde dan ook aanleiding om met de eeuwenoude wijsheid te kijken of mensen en organisaties geholpen zouden kunnen worden actuele vraagstukken beter te begrijpen en tot werkbare oplossingen te komen.  

Hoewel er op uiteenlopende gebieden hoopvolle initiatieven ontstonden en van de grond kwamen, hebben veel maatschappelijke, economische en ecologische vraagstukken een dringend karakter gekregen. De noodzaak om tot wezenlijke doorbraken te komen wordt met de dag alleen maar groter. De Abdij van Berne wil graag – waar ook maar enigszins mogelijk – een steentje bijdragen. 

Van den Elsen en de katholieke sociale beweging  
Terug naar Van den Elsen. Aan het eind van de negentiende eeuw tot halverwege de twintigste eeuw stond de Abdij van Berne bekend als brandpunt van de zogenaamde katholieke sociale actie. Het was een tijd waarin de samenleving drastisch van karakter veranderde. Door technische vernieuwingen en industrialisatie werden de kleinschalige landbouw en industrie gedwongen grootschaliger en efficiënter te produceren. Nieuwe productievormen zetten de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers onder druk. Velen vielen tussen wal en schip. Aangezien de overheid vanuit een liberale opvatting de vrije ontwikkeling van de economie voorrang gaf, diende het maatschappelijk middenveld zich om de ontstane sociale problemen te bekommeren. Dat werd door dat middenveld van harte gedaan. De maatschappelijk gedepriveerden werden gemobiliseerd om hun problemen aan te pakken en hun sociale positie tegenover de liberale elites te verbeteren. Onder protestanten en katholieken groeide deze mobilisatie uit tot een beweging die de Nederlandse samenleving en de verhoudingen daarbinnen diepgaand zou veranderen en decennialang zou bepalen.  
 
In deze context speelde de abdijgemeenschap van Berne voor de katholieke sociale beweging een centrale rol. De sociale actie vanuit Berne begon eind negentiende eeuw met Gerlacus van den Elsen. Begin vorige eeuw werd het werk uitgebreid naar de middenstandsbeweging onder leiding en inspiratie van Jos Nouwens en zijn opvolger Julius van Beurden. Ongeveer tegelijkertijd, maar iets later dan Nouwens, raakte Pius van Aken betrokken bij de sociale actie onder werkgevers.  

Van deze vier paters van de sociale actie is Gerlacus de bekendste geworden. Hij was stichter van het Heeswijkse gymnasium. Verder was hij – zoals eerder aangegeven – medeoprichter van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond en een van de grondleggers van de coöperatieve Boerenleenbank, die later na fusie met de Raiffeisenbank Rabobank is geworden. Van den Elsen staat symbool voor de sociale bewogenheid. Met zijn ondernemende spiritualiteit wist hij het leven van vele mensen te verbeteren. De eerlijkheid gebiedt echter op te merken dat zijn karaktertrekken ook nogal eens zorgden voor de nodige spanningen in en buiten de abdij. Hij zocht en vocht voor zijn gelijk op lang niet altijd respectvolle en verdraagzame wijze. Bij sommige disputen was dan ook sprake van fanatieke doordrijverij. De keerzijde was wel dat hij op die manier ook veel medestanders mobiliseerde.  

Een van de belangrijkste inspiratiebronnen – zo niet de belangrijkste – is ongetwijfeld geweest de in 1891 verschenen encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII. Deze encycliek opende nieuwe wegen voor maatschappelijke inzet van katholieken. In zijn boek Paters van de sociale actie analyseert Erik Sengers de antwoorden van de vier norbertijnen op de sociale kwestie en hun bijdragen aan de katholieke emancipatie. Daarmee schetst hij tegelijk hoe de katholieke sociale leer in deze periode werd opgepakt en uitgewerkt door zowel theoretici als mensen van de praktijk. Het bijzondere van de vier norbertijnen was dat ze én invloedrijke artikelen schreven én als leiders actief waren binnen katholieke vakorganisaties. De lessen die zij ons kunnen leren zijn nog steeds actueel. De katholieke sociale traditie kon toen maar kan ook hedentendage een belangrijke bron van inspiratie en een voorbeeld van handelen zijn.   

Crises 
Sinds het begin van dit millennium is de wereld regelmatig getroffen door crises met wereldwijde gevolgen. De aanslag op 9/11 maakte een einde aan een periode van optimisme. De hoop op toenadering tussen de westerse en de moslimwereld vervloog. De financiële crisis van 2008-2012 bracht de zeer bedreigende gevolgen van een wereldwijd opererend en slecht gecontroleerd financieel kapitalisme aan het licht. We zien nieuwe armoede, verdieping van de sociale verdeeldheid en scherpe contrasten tussen de noordelijke en zuidelijke landen van Europa. De golf van oncontroleerbare migratie en vlucht uit door oorlog verscheurde en door crises geteisterde delen van de wereld naar West-Europa in het jaar 2015 vormde een immense confrontatie. De Covid-19 pandemie illustreert de grenzen van ons geglobaliseerde economische en politieke systeem en maakt ons op drastische wijze bewust van de broosheid en eindigheid van het menselijk leven. Aan het begin van dit kalenderjaar kwam oorlogsgeweld dichterbij. Rusland viel Oekraïne binnen. Waanzinnig bruut oorlogsgeweld met zware economische gevolgen waarvan de armste landen de zwaarste rekening moeten betalen. 

Al deze crises worden overschaduwd door de gevolgen van wereldwijde klimaatverandering, die in belangrijke mate is veroorzaakt door menselijk handelen. Deze klimaatverandering zelf leidt tot een aantal bedreigingen: stijgende temperaturen, het smelten van gletsjers en poolijskappen, stijging van de zeespiegel, droogte en dorheid in grote delen van de wereld en extreme weersverschijnselen zoals stormen en overstromingen. Moeten we niet steeds nadrukkelijker constateren dat we leven in een tijdsbeeld van dagkoersen? In een te drukke wereld die bijna niet meer in staat lijkt tot verstilling, verdieping en verbeelding?  

Landbouw en stikstofproblematiek 
Een grondige bezinning op een gedragen perspectief voor de landbouw en stikstofproblematiek lijkt zich – ondanks onze hoogontwikkelde samenleving – steeds moeilijker te ontwikkelen. Maatschappelijke dialogen worden steeds vaker gepolariseerd en gejuridiseerd en komen stil te liggen in hun uitwerking. Aan wetenschappelijke inzichten wordt in toenemende mate getwijfeld en ze zijn nogal eens onderdeel van polarisatie en verharding van standpunten. Overheidsbeleid dat uitnodigend zou moeten zijn voor een maatschappelijke transitie, wordt verkokerd en verengd tot juridische kaders. Sociale media zijn steeds dominanter en vaak enkel maar gericht op het uitwisselen van standpunten en opvattingen.   

De veelvoud aan crises maakt duidelijk dat alles met elkaar verbonden is. Het valt me op dat iedereen probeert in zijn eigen domein tot een oplossing te komen, terwijl we zo nadrukkelijk verbinding met elkaar nodig hebben. Tegen een achtergrond van intensieve betrokkenheid bij de agrarische ontwikkeling door Van de Elsen – maar zeker niet alleen tot hem beperkt gebleven – en indachtig onze spiritualiteit van ‘vita mixta’, dagen de boerenprotesten de norbertijnen van Berne uit om niet werkeloos aan de kant te blijven staan en enkel maar toe te kijken. Ik heb me weleens afgevraagd of de abdij haar tractor niet in de toegangspoort van de abdij zou moeten parkeren met de tekst: ‘Laten we er samen aan gaan staan’.  

Als Van den Elsen in deze tijd zou leven, was hij zeker pleitbezorger van alle initiatieven rond de nieuwe economie. Hij zou teleurgesteld zijn over al die deeleconomie-initiatieven die ontsporen. Ze zijn vaak dekmantels voor onversneden winstgedreven businessmodellen waar enkelen heel rijk van worden en een grote groep sluipenderwijs wordt uitgeknepen. De coöperaties waren juist bedoeld om mensen meer macht en controle te geven over het proces waar ze mee bezig zijn. Hij was ook tegen de verregaande professionalisering van de coöperaties. Gaandeweg kwamen er directeuren en stafleden en dat waren geen boeren. “Die weten niet waar ze het over hebben” was zijn mening. Dat zou tegenwoordig een pamflet opleveren tegen de institutionalisering en vercommercialisering van maatschappelijke taken. 

Gesprek en dialoog 
Er wordt vaak gezegd: ‘Je moet met elkaar in gesprek gaan!’ Dat gesprek kan verschillende vormen aannemen. Heel vaak worden er plannen gemaakt die geïsoleerd tot stand komen, terwijl je een dialoog nodig hebt. De actuele boerenprotesten vallen tegen deze achtergrond wel te verklaren. Te gemakkelijk wordt een beschuldigende vinger gewezen in de richting van de agrarische sector, net of daar alleen maar een probleem ligt. Er zit een ongelijkheid in de oplossingstermijnen. De stikstofreductie moet binnen de agrarische wereld voor 2030 met de helft worden teruggebracht, terwijl bijvoorbeeld het bedrijf Tatasteel 30 jaar krijgt om van haar kwalijke stoffen af te komen. Over geïntegreerde aanpak gesproken.  

Over de noodzaak van een echte dialoog heeft paus Franciscus drie relevante encyclieken geschreven: Evangelium Gaudium, Laudato Si’ en Fratelli Tutti. Hij omschrijft hierin wat voor soort dialoog je nodig hebt. Wat wil je bewerkstelligen met die dialoog? Het eerste wat je nodig hebt is bescheidenheid en terughoudendheid. Ten tweede heb je luisterbereidheid nodig, want je gaat niet in gesprek over een probleem, maar je gaat in gesprek met een ander. Niet de zaak staat centraal, maar de andere persoon en die kan door dezelfde zaak geraakt zijn als jij. We hoeven het niet eens te zijn, maar door te luisteren kan er iets nieuws ontstaan. Ten derde is het van belang om intelligente vragen te stellen. Zeg dus niet: ‘Ik weet het al’, maar stel vragen. Daaruit kan vertrouwen ontstaan, omdat de ander merkt dat je luistert en oprecht geïnteresseerd bent. 

Berne en transformatieve dialoog 
Indachtig de eerder genoemde ‘vita mixta’, is in de afgelopen periode de gedachte gegroeid om in Berne te komen tot een zogenaamde transformatieve dialoog. Misschien zou de traditie van Berne om binnen de kloostermuren onbevangen na te mogen denken over verbindende initiatieven die ons verder zouden kunnen brengen, waardevol en actueler kunnen zijn dan ooit. Wij kunnen wellicht – los van (maatschappelijke) posities en verantwoordelijkheden en geïnspireerd op het persoonlijke appel van Laudato Si’ – persoonlijke verantwoordelijkheid nemen om met een dialoog verder te komen. Berne wil graag in alle bescheidenheid haar ‘expertise van traditie’ en haar accommodatie aanbieden om tot zo’n dialoog te komen. We zijn er steeds meer van overtuigd geraakt dat het oplossen van complexe vraagstukken vraagt om twee schijnbaar tegengestelde bewegingen, die uiteindelijk twee kanten van dezelfde medaille zijn: actie en contemplatie. Onze actiegerichte en extraverte cultuur bevordert maakbaarheid en technische oplossingen. Het contemplatieve element is de zwakste schakel in de continue wisselwerking tussen actie en contemplatie, binnen en buiten, en wordt naar de achtergrond gedrukt. Dit is deels te wijten aan een debatcultuur waarin het argument van het sterkste of het beste plan de doorslag geeft. In plaats van een debat over plannen en op tafel liggende oplossingen zou het geweldig zijn als een dialoog tot stand gebracht kan worden die ruimte en tijd biedt om te luisteren, te verdiepen wat gehoord wordt, te evalueren en te onderscheiden en tenslotte beslissende actie te ondernemen. De deelnemers mogen dan wel verschillende belangen hebben, door hun actieve (en contemplatieve) deelname aan de dialoog dragen zij uiteindelijk bij tot en delen zij in een vruchtbare oplossing van de uitdagingen. Ons staat voor ogen om vanuit de norbertijner spiritualiteit op zoek te gaan naar de grondhouding, de karakteristieken van een ondernemende spiritualiteit vanuit actie en contemplatie, die zo kenmerkend is voor leven en werken van de volgelingen van Norbertus. 

De recente herdenking van het 900-jarig bestaan van de orde vormt dan ook de directe aanleiding om ook de uitdagingen van Laudato Si’ op te pakken. In deze encycliek van paus Franciscus komen immers de ernst van de aantasting van de aarde en het directe appel op hen die nu verantwoordelijkheid dragen voor die ontwikkeling in de samenleving bij elkaar. In de traditie van Berne zijn juist in het naar buiten treden belangrijke fundamenten gelegd om de landbouw en haar omgeving vorm en perspectief te bieden. Zeven jaar na Laudato Si’ is er bij ons besef van verantwoordelijkheid die eerder genomen had moeten worden.   

Tijdens enkele bijeenkomsten met deskundigen is langzamerhand een mogelijke opzet op tafel gekomen. We zouden graag een beweging entameren die uitnodigend is voor innoveren, versnellen van kansen en die in gezamenlijkheid doordenken en ook buiten Berne realiseren. We willen nadrukkelijk niet uitgaan van een doortimmerd vooropgezet plan, maar wel van een dialoog vanuit een overtuiging van de ecologische ommekeer, zoals die in Laudato Si’ wordt geduid. Het raakt de kern van onze cultuur en hoe we met onze aarde omgaan. Het gaat zeker niet om het naast elkaar zetten van feiten, meningen, opinies, maar om een ruimte te scheppen waar mensen met verschillende achtergronden en interesses elkaar ‘ont-moeten’, naar elkaar luisteren, vragen stellen, ideeën opwerpen, discussiëren en een gedeelte visie ontwikkelen. De hoop leeft dat zo – met de stappen van ‘zien-oordelen-handelen’ – een kleine bijdrage geleverd kan worden aan het verder brengen van een oplossing voor een van de grootste problemen waar onze samenleving mee geconfronteerd wordt. 

Wilt u reageren op dit artikel of bent u geïnteresseerd in wat er in Berne wordt georganiseerd? Mail dan de redactie van deze website via webmaster@abdijvanberne.nl.  

Denis Hendrickx o.praem. is abt van de Abdij van Berne. De bovenste foto werd gemaakt door Wim Hollemans.

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 reacties

  1. Heel goed initiatief, om het probleem van de boeren op deze manier aan te kaarten.
    Waar we naartoe zullen moeten is een resonantie-relatie met de natuur, maar ook met elkaar.

    Een heel waardevol boek over deze problematiek is het boek “Onbeschikbaarheid” van Harmut Rosa. (Boom uitgevers 2022)

  2. Geweldig duidelijk.ik hoop op plaatsing van dit artikel in NEDERLAND.
    Laudato Si ,Dank je wel Abt!

    Succes

Anderen lezen ook

Bezinning
Onze toekomst: de bal ligt bij de mens
Lees verder DO 21 Dec
Inspiratie
Verslagen maar toch hoopvol naar morgen
Lees verder DO 30 Nov
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief