Inspiratie VR 22 Sep

Oecumene van het hart

Door: Joris Vercammen

In zijn meest recente boek De namiddag van het Christendom – Op weg naar een nieuw tijdperk beschrijft Tomáš Halík oecumene als een uiting van liefde. Dat is het ook. De laatste Assemblee van de Wereldraad van Kerken schrijft daarom ook over de oecumene van het hart. De Assemblee bedoelt daarmee dat alleen een eerlijke liefde die respect toont voor het anders-zijn van de ander, in staat zal zijn voor de doorbraak te zorgen die we nodig hebben.

Halík onderscheidt vier soorten oecumene. Ten eerste de oecumene die streeft naar eenheid onder de christenen, ten tweede die van de interreligieuze dialoog, ten derde de oecumene die bijdraagt aan de eenheid van de mensen en – ten vierde – van de gehele schepping. Al die kleuren van oecumene zijn te onderscheiden, maar niet te scheiden van elkaar.

De authentieke oecumenicus heeft dus een vierdubbele betrokkenheid. Dat konden we ook al lezen in de eenheidsverklaring van de Tiende Assemblee van de Wereldraad, die in 2013 in Busan, Zuid-Korea, plaatsvond. Het was een logische stap om de zorg voor de schepping in het oecumenische streven te integreren. De vervreemding van mensen van elkaar en van hun cultuur gaat gelijk op met de vervreemding van de aarde die onze gezamenlijke woning is. De verklaring zegt het met zoveel woorden: die vervreemding staat gelijk aan een grof gebrek aan respect voor de Schepper en voor de gave van het leven uit Zijn en Haar hand.

Er is veel bereikt
Vorig jaar vond de Elfde Assemblee van de Wereldraad plaats in Karlsruhe, Duitsland. Ook die Assemblee publiceerde, zoals verwacht, een ‘Unity-statement’. Daarin somt de Assemblee op wat er sinds 1948 – de stichtingsvergadering van de Wereldraad – allemaal al gezegd en geschreven is over de noodzaak van de oecumene en de weg naar de eenheid. En dat is heel wat. Van de belofte aan elkaar ‘to stay together’ tot aan het bewustzijn dat de kerk ertoe geroepen is te tonen hoe diversiteit eenheid helemaal niet in de weg zit, en ten slotte dat de christenen geroepen worden om de beslissende factor te zijn in de door God gewilde eenheid onder de mensen en met de gehele schepping. Het zou te weinig zijn als we zeggen dat er een lange weg is afgelegd, want er is zeker sprake van fundamentele toenaderingen tussen de kerken. Je kunt spreken van een spectaculaire ontwikkeling waar we dankbaar om mogen zijn. Maar toch blijft de vraag of afgezien van gemeenschappelijke theologische reflectie – die zeker gepaard gaat met veel vriendelijkheid – al dat denken en al die moeite om elkaar op velerlei vlakken te vinden, ook nog een praktisch resultaat heeft. Daarmee bedoel ik dat de zichtbare eenheid onder de christenen echt dichterbij komt omdat er gemeenschappelijke structuren ontworpen worden die tot een en ander verplichten. De Assemblee in Karlsruhe vond plaats vlak na de coronapandemie die de ongelijkheid in de wereld nog maar eens pijnlijk had aangetoond. Bovendien was er dan ook nog de nieuwe oorlog in Oekraïne waarin ook christenen opnieuw tegenover elkaar stonden. Wat zijn dan al die mooie woorden over oecumene eigenlijk waard? De vraag valt niet te ontlopen voor wie de ogen openhoudt.

Elkaar de waarheid zeggen
Als het dan inderdaad zo is dat we nu mogen weten – zoals de verklaring stelt – dat we als verschillende christenen het over meer eens zijn dan dat we het er oneens over zijn, dan is de tijd toch rijp om tot radicale daden over te gaan. Dat zijn daden die rechtstreeks bouwen aan de zichtbare eenheid. Het is het enige eerlijke antwoord op alle reflectie en dialoog van de laatste 75 jaar. Het is die zichtbare eenheid die eveneens het enige zinnige antwoord is op ego-gedreven conflicten die zich ook in de kerkelijke context voordoen. We hebben structuren nodig waarin we aan elkaar rekenschap kunnen vragen en geven. Elkaar in liefde de waarheid kunnen zeggen. Zo noemt de Assemblee dat. Met de bedoeling tot eerlijke en heldere relaties te komen. Alleen langs die weg zal het getuigenis van christenen iets kunnen betekenen in en voor de wereld.

Soorten oecumene
Nu is er aan de basis natuurlijk al heel wat gebeurd. Het is gelukkig al lang zo dat christenen uit verschillende kerken elkaar niet langer ontlopen. Maar of ze elkaar eigenlijk wel goed kennen, is toch nog de vraag. Blijft het niet vaak bij een beleefd elkaar de ruimte gunnen? Tot diepere uitwisselingen komt het niet altijd. Dat is jammer, want we hebben niet alleen veel van elkaar te leren, we doen er ook ons voordeel mee als we door een medechristen bevraagd worden. Nog minder is dat het geval met andersgelovigen, zoals joden, moslims, boeddhisten of hindoes bijvoorbeeld. Het gesprek met hen werkt verdiepend en schept banden die verder reiken dan waartoe voor de hand liggende tolerantie weet te bewegen. In een samenleving als de onze waar geloven als dusdanig onder druk staat, zijn gelovigen – van welk geloof dan ook – bondgenoten van elkaar. Niet zozeer omdat zij nu eenmaal samen iets te verdedigen hebben – namelijk het recht op het beleven van hun godsdienst, ook in het openbaar – maar vooral omdat zij samen getuigen dat een samenleving zelf niet voor het eigen fundament kan zorgen. Waarom mensen samen willen leven en naar elkaar willen omkijken, dat heeft altijd te maken met een liefde die niet vanzelfsprekend is, maar zich als het ware van buitenaf meldt. Mensen kunnen er al dan niet hun hart voor openen. Dat is het waarvan gelovigen getuigen: dat wanneer men het hart opent, er een dynamiek in een samenleving kan ontstaan die naar vrede en eenheid leidt. Die dynamiek kunnen mensen blijkbaar niet uit zichzelf ontwikkelen, daarvoor zit hun ego hen te zeer in de weg.

Zonder open hart geen oecumene
De Elfde Assemblee spreekt over de noodzaak van een ‘oecumene van het hart’. Zonder open hart komt er van oecumene niets in huis. Daarbij is een open hart nooit selectief. Het diepe verlangen naar eenheid is totaal. Het maakt geen onderscheid tussen de eenheid met medechristenen, met andersgelovigen, met medemensen en met de gehele schepping. Wie het hart opent weet zich namelijk deelgenoot aan Gods eigen verlangen dat de bron is van een eenheid die niet stuk kan. De ‘oecumene van het hart’ is niets anders dan God zelf zijn gang laten gaan. Daarbij hoort dat je elkaar tot verantwoording mag roepen, omdat je om elkaar geeft. Zoals God het ons voordoet.

Dr. Joris Vercammen (1952) was van 2000 tot 2020 oud-katholiek Aartsbisschop van Utrecht. Foto: Pixabay

Bent u door het lezen van dit artikel, dat eerder werd geplaatst in BERNE (herfst 2023), geïnteresseerd geraakt in BERNE, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl. Of bij het secretariaat van de Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD in Heeswijk.

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anderen lezen ook

Bezinning
Onze toekomst: de bal ligt bij de mens
Lees verder DO 21 Dec
Inspiratie
Verslagen maar toch hoopvol naar morgen
Lees verder DO 30 Nov
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief