Inspiratie VR 15 Mrt

Op weg naar Pasen

In onze streken valt Pasen meestal in de vroege lente. De ontluikende natuur kan ons helpen het wonder van de verrijzenis te vatten en enigszins te begrijpen. De donkere maanden moeten dan wijken voor het toenemende licht en de eerste warmte verdrijft de winterkou.

Door: Denis Hendrickx o.praem.

Elders in de wereld ziet de natuur er met Pasen heel anders uit. Laten we ons maar eens verplaatsen naar India. De meeste christenen wonen daar in het zuidwesten, in de staat Kerala. In februari was ik daar nog op bezoek bij de norbertijnen van de Abdij van Jamtara, nu onderweg naar een zelfstandige stichting. Je zou kunnen zeggen: een kleindochter van Berne. Zo dicht bij de oceaan veroorzaakt het moessonklimaat het hele jaar door een constante temperatuur van ongeveer dertig graden Celsius. Van de lente valt er op Pasen slechts weinig te merken. En toch kunnen de christenen er misschien wel fijner aanvoelen wat Pasen betekent.

Wat gaat eraan vooraf?
Aan Pasen gaat een bijzondere periode vooraf, een tijd van veertig dagen die we vasten noemen. Na een – zeker in het zuiden van ons land – uitbundig weekend van carnaval, start de vastentijd: een periode van boete en versterving. Uit de Schrift weten we dat Jezus een uitgesproken mening heeft over vasten. Voor Hem hangt vasten direct samen met bidden tot de Vader en met liefde vóór en rechtvaardigheid jégens medemensen. Hij waarschuwt uitdrukkelijk tegen uiterlijk vertoon, tegen mensen die alleen maar vasten om gezien te worden: “Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht op zoals de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen” (Matteüs 6).

In de Handelingen van de apostelen en in de Brieven zien we dat de eerste christenen in navolging van Jezus vasten en bidden steeds samen laten gaan. Vasten en bidden gaan dikwijls vooraf aan belangrijke stappen. Zo zond de kerk van Antiochië Paulus en Barnabas met vasten en bidden uit (Handelingen 13, 2-3) en werden de oudsten van een gemeente met gebed en vasten in hun ambt bevestigd (Handelingen 14, 23). Paulus noemt “dagen zonder eten” als één van de dingen waaraan “dienaren Gods” herkend kunnen worden (2 Korinthiërs 6,5).

Vasten als voorbereiding op Pasen werd vroeg in de tweede eeuw gangbaar. Aanvankelijk vastten christenen de drie dagen vóór Pasen, later werd dat uitgebreid naar de hele Goede Week. Pas op het einde van de derde eeuw kwamen de veertig dagen voor Pasen in zwang als een doorlopende tijd van vasten en boete. Gedurende de drie laatste dagen van de veertigdagentijd onthield men zich volledig van voedsel.

Toen de eerste kloosters als leefgemeenschappen ontstonden werden regels gesteld om het samenleven mogelijk te maken. Een van de eerste regels voor het leven in een klooster is de Regel van Benedictus uit 530. Deze regel wil in het vasten lichaam en geest met elkaar verbonden houden, geheel in de traditie van het jodendom. De Regel van Benedictus heeft tot op de dag van vandaag grote invloed.

De meest recente editie van het kerkelijk wetboek uit 1983 schrijft wat vasten en onthouding betreft in canon 1251 het volgende voor: “Onthouding van het eten van vlees of van een ander voedsel volgens de voorschriften van de Bisschoppenconferentie, dient onderhouden te worden op elke vrijdag van het jaar. Onthouding echter samen met vasten op Aswoensdag en op Vrijdag van het lijden en van de Dood van Onze Heer Jezus Christus.” Canon 1253 voegt daaraan toe, dat de Bisschoppenconferentie van ieder land het onderhouden van vasten en onthouding nader mag bepalen, en ook andere vormen van boete geheel of gedeeltelijk in de plaats van vasten en onthouding kan stellen. In de afgelopen jaren is een uitgebreide praktijk van ‘alternatief vasten’ gegroeid.

En dan naderen we Pasen
Het vertrouwde dagelijkse leven van ons christenen wordt jaarlijks meestal – de officiële lente nog maar net begonnen – onderbroken door de viering van de Goede of Stille Week. Centraal staat de weg die Jezus gaat in de laatste dagen van zijn leven. De verhalen daarover zijn krachtig en zitten vol emotie. Uiterst vitale thema’s uit het menselijk leven komen aan de orde: macht en gezag (de intocht in Jeruzalem), compassie en zorg (de zalving door een vrouw), dienstbaarheid en gemeenschap (voetwassing en laatste avondmaal), verraad en verloochening, lijden en toekomst (Pasen).

De Goede Week vertelt het verhaal van Jezus en daarmee ook het verhaal van ons mensen. Onze hedendaagse samenleving wordt als het ware langs de verschillende staties van een soort van kruisweg geleid, die ons confronteren met de grillig-heid en de onvatbaarheid van de wereld: klimaat, oorlog, economische dreigingen, sociale onrust, mentale problemen, zinloosheid… Daar komen dan nog onze persoonlijke kruiswegen van onmacht, ziekte, rouw, pijn, eenzaamheid en dood bovenop.

De Goede Week, met zijn verhaal over extreem onrecht en afschuwelijke wreedheid, komt niet uit de lucht vallen. Hij staat symbool voor de mensheid die kreunt en zucht onder alles wat onderduwt en vernietigt. Elke scène in dit verhaal confronteert ons met de vraag naar onze eigen positie, vraagt ons om een antwoord.

Het is dan ook geen wonder en het valt niet zo moeilijk te verklaren dat het verhaal van lijden en overwinning op de dood de eeuwen dóór veel kunstenaars heeft geïnspireerd tot grootse werken. Massa’s gelovigen en grote groepen ongelovigen blijken er juist dezer dagen weer bijzonder door te worden aangesproken, getuige de toeloop naar passie-uitvoeringen, paasexposities en manifestaties als The Passion Al deze kunstuitingen bieden flarden van een antwoord op de vraag die Jezus zelf in het evangelie reeds aan zijn volgelingen stelde: “Wie zeggen jullie dat ik ben?” Met al deze uitingen wordt een bijdrage geleverd tot mogelijke antwoorden op die in essentie religieuze vragen, die mensen door de eeuwen heen zichzelf zijn blijven stellen, de vragen naar oorsprong, zin en bestemming van het leven.

Pasen bereikt
En dan is het Pasen, de nacht waarin alles begint en we tot leven worden geroepen. Want er was en er is chaos en duisternis. En de geest van God – net zo ongrijpbaar en levend als onze adem – zweeft over de chaos en het duister. Het verhaal van de schepping in de paasnacht begint onderscheid te maken. ‘Dat is licht, dat is donker. Dat is land, dat is zee. Dat is vis en vogel, boom en vrucht. Dat is mens en mens, die scheppen zoals ik’. En het is goed. Het is heel goed. Dat zegt God na elke stap van de schepping.

Er zijn dagen dat ik dit versta. Dat ik de schepping zou kunnen ontvangen. Dat ik snap dat ik zelf schepping ben, dat ik eraan mee kan doen. Want er was, er is slavernij. We zitten vast in onderdrukkende structuren in onze wereld, waarin kleine mensen en eindeloos veel dieren en planten worden vermalen als grondstof en afval. We dromen van een land van vrede – nog steeds – waar plaats is voor iedereen, waar melk en honing genoeg is. En God zegt ons dat we – als we wanhopen – altijd genoeg krijgen om vandaag verder te kunnen.

Een hoopvolle boodschap wacht ons. Laat ons de boodschap van Pasen beluisteren, deze beschouwen en omzetten in handelen.

Denis Hendrickx o.praem. is abt van de Abdij van Berne

Bent u door het lezen van dit artikel, dat werd geplaatst in BERNE (voorjaar 2024), geïnteresseerd geraakt in BERNE, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl. Of bij het secretariaat van de Abdij van Berne, Abdijstraat 49, 5473 AD in Heeswijk. Losse exemplaren vindt u ook in boek- en abdijwinkel van Berne Media/in de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther/priorij De Essenburgh/Sint-Catharinadal en in de verschillende parochies van de Norbertijnen.

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anderen lezen ook

Bezinning
Onze toekomst: de bal ligt bij de mens
Lees verder DO 21 Dec
Inspiratie
Verslagen maar toch hoopvol naar morgen
Lees verder DO 30 Nov
Inspiratie
100 jaar missiewerk norbertijnen van Berne in India
Lees verder DI 10 Okt
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief