De toegevoegde Jozef

Door zijn zwijgen spreekt Jozef tot de verbeelding. We zien hem met een ezel onderweg naar Betlehem, samen met zijn hoogzwangere vrouw Maria. We zien hem, zittend in een hoekje in de stal, na de geboorte van Jezus, in overpeinzing over wat er allemaal gebeurd is. We hebben ook beelden van Jozef in zijn timmerwerkplaats met Jezus als ‘krullenjongen’. Er is zelfs een legende waarin verteld wordt dat Jozef een trap heeft gemaakt voor de achterdeur van de hemel, om ‘dubieuze gevallen’ toch toe te laten. Omdat er zo weinig van hem bekend is en hij toch zo’n belangrijke plaats heeft ingenomen naast Maria, als vader van Jezus, ze zeggen ‘voedster vader’, rijgen de voorstellingen zich aaneen. Met het feest van Kerstmis voor de deur, mogen we ons verdiepen in deze mysterieuze persoon. Wie is Jozef?

Door: Joost Jansen o.praem. | Afbeelding boven: Pixabay

Toegevoegd
Nomen est omen’: de naam is een voorteken. De naam Jozef heeft – gezien wat we van hem weten – een bijzondere betekenis. De naam is afgeleid (in het Hebreeuws, de taal van het Eerste Verbond) van het werkwoord ‘toevoegen’. Jozef is de ‘toegevoegde’. In het evangelie de toegevoegde aan Maria. Er is nog een andere belangrijke Jozef in de Bijbel, een van de zonen van Jakob. De Jozef van het Eerste Verbond is toegevoegd aan de tien broers die Jakob al had gekregen bij verschillende vrouwen. Later zal nog een Benjamin geboren worden. Deze Jozef van Egypte is van bijzondere betekenis geweest, want hij heeft ervoor gezorgd dat Jakob en zijn zonen niet van honger zijn omgekomen, later een groot volk in Egypte zijn geworden, het volk dat onder leiding van Mozes bevrijd is van de dwingelandij van de Farao.

‘Onze’ Jozef (de man van Maria) staat dus in een rijke traditie. Hij, de toegevoegde, werkt mee aan Gods werk en zorgt ervoor dat ‘mensen die in duisternis zitten, een groot licht kunnen aanschouwen’. Dat zijn uitspraken die we in de dagen van Kerstmis zullen horen. Het zijn hoogtijdagen voor Jozef. Hij blijft in de marge zoals we dat op beeltenissen uit vroeger tijden kunnen zien. Op een gegeven moment is hij ook stilletjes verdwenen. We weten niets van zijn overlijden, de focus is helemaal gericht op Jezus en zijn moeder Maria.

Timmerman
Jezus wordt in het evangelie ‘de zoon van de timmerman’ genoemd, van Jozef de timmerman. Een timmerman was in Jezus’ tijd iets anders dan waar we vandaag bij een timmerman aan denken. Destijds was het een kleine aannemer, hij deed meer dan alleen maar ‘iets met hout’. We weten ook dat in die tijd koning Herodes grote bouwprojecten ondernam in Galilea, waartoe ook het dorp Nazaret behoorde. Het zouden gouden tijden voor een aannemer kunnen zijn, werk zat. Heel de regio zat in de lift, maar men profiteerde persoonlijk niet van deze economische boost.

Jezus kan dan wel in een stal geboren zijn met alle beperkingen van die dagen, eenmaal terug in Nazaret blijft hij bij de onderklasse behoren vanwege uitbuiting van ‘het werkvolk’. Hoewel als gezin arm, bleven Jozef en zijn familie geregeld naar Jeruzalem trekken voor de grote feesten. Jeruzalem lag op drie tot vier dagreizen van Nazaret, het was een hele onderneming om dit met financieel beperkte middelen aan te gaan. We mogen er ook van uitgaan dat Jezus tot zijn dertigste in het bedrijf van Jozef heeft meegewerkt. Er is niks mis mee om een tijdje met je handen te werken en samen te bouwen aan iets groters dan jezelf. Als je een huis op het zand bouwt, dan moet je oppassen dat het bij regen en storm niet omvalt. Bouw je je huis op rotsgrond dan is het veel solider, zie Matteüs 7,24-27. De voorbeelden die Jezus later bij zijn missie gebruikt, komen uit de dagelijkse praktijk.

Een rechtvaardige
In de Traditie wordt Jozef ook een rechtvaardige, een tsaddik, genoemd. Binnen de joodse traditie is dit een mens die de Thora onderhoudt. Hij (gelukkig kan het ook een zij zijn) luistert naar de Bijbelse Traditie, bidt met anderen in synagoge en tempel, past het gehoorde toe in zijn persoonlijk leven en deelt met anderen. Je kunt samenvattend zeggen: hij is een vroom mens. ‘Vroom’ in de oorspronkelijke betekenis van het woord: een mens die ‘sterk’, standvastig, oprecht en authentiek in zijn geloof is voor God en voor zijn medemensen. Een rechtvaardige is vooral innerlijk bezig. Jezus zelf zal wanneer Hij rondtrekt mensen met een valse vroomheid aanklagen en juist prijzen wie authentiek zijn in hun leven met God en met elkaar. Jozef, zijn vader, is voor Hem een eerste voorbeeld geweest.

Later zal de apostel Paulus ook in Jezus een ‘tsaddik’, een rechtvaardige zien. Een rechtvaardige is niet de mens uit de eerste hoofdstukken van het boek Genesis, die heen stap over de hem gestelde grenzen en daardoor loskomt van het oorspronkelijke, paradijselijke bestaan. De mens die zelfs zijn eigen broer doodslaat, die moet vluchten, die toch weer door de Heer gered wordt van de Grote Vloed. Paulus beschrijft Jezus als rechtvaardige in die prachtige hymne in de brief aan de Filippenzen: Hij die eerst helemaal in God was, heeft dit niet als een eigen bezit willen vasthouden, maar heeft zich helemaal ondergedompeld in het kwetsbare mensenbestaan. Hij is er helemaal aan onderdoor gegaan. En juist daarom heeft God Hem verheven (naar Filippenzen 2,6-11).

Onze Jozef is stil zijn gang gegaan, dat is het minste wat we van hem kunnen zeggen. We noemen hem ‘voedstervader’ van Hem die de spil is geworden van een nieuwe beweging. Jezus roept op tot bekering, want het Rijk van God is dichtbij. Hij roept op om de komst van dit Rijk te verhaasten. Maar dan zijn we dertig jaar verder…

Norbertijn?
Neen, Jozef is geen norbertijn ‘avant la lettre’. Dit zou voor ons een beetje te pretentieus zijn. Het stellen van deze vraag doe ik bewust, want ik wil vanuit ons norbertijns leven een brug slaan naar de persoon van Jozef, de toegevoegde. Er is een bekende ‘slogan’ in onze orde: ‘Tot ieder goed dienstwerk bereid.’ Het geeft een belangrijk aspect weer van het norbertijnse ideaal. We zien dat norbertijnen steeds, daar waar ze hun tenten hebben opgeslagen, luisteren naar wat de mensen van die streek nodig hebben. Is het onderwijs? Is het ziekenzorg? Is het pastorale aanwezigheid en activiteiten die hierin ondersteunend zijn, zoals bij ons in Berne een uitgeverij? Norbertijnen zijn dus mensen die ‘toegevoegd’ zijn aan de plaatselijke bevolking. Het begint dus bij luisteren naar wat er nodig is. Vandaag zeggen we: een synodale houding. Apostolaat, maar niet door onmiddellijk te gaan preken en je waardevolle boodschap uit te dragen.

Misschien zitten de mensen daar helemaal niet op te wachten! Misschien liggen hun vragen en verlangens ergens anders. Een ‘toegevoegde’ luistert eerst en hoort op een gegeven moment bij de ander waar hij naar op zoek is. Een ‘toegevoegde’ laat het verlangde, het verwachte, bij de ander geboren worden. Jozef, de toegevoegde, heeft deze instelling gehad en Maria, zijn vrouw, heeft de Verlangde, de Verwachte, gebaard…

Luisteren en nabijheid, om nieuw leven geboren te laten worden: dat is toch het mysterie van Kerstmis?

Joost Jansen o.praem. is norbertijn van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther

Bent u door het lezen van dit artikel, dat eerder werd geplaatst in het kwartaalblad Berne (winter 2025), geïnteresseerd geraakt in Berne, vraag dan een abonnement aan bij: secretariaat@abdijvanberne.nl.

Reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anderen lezen ook

Interview
Kloostercast: Wat levert geduld je op?
Lees verder ZO 02 Feb
Interview
Afscheidswoorden Denis Hendrickx als abt van Berne
Lees verder DI 10 Sep
Interview
"We gaan een uitdagende en ook spannende tijd tegemoet - met vertrouwen"
Lees verder MA 08 Jan
Bezinning
Onze toekomst: de bal ligt bij de mens
Lees verder DO 21 Dec
Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief